Menorca- Sardinie

Mahon

In Mahon hebben we heerlijke dagen. We bezoeken de stad meermalen, slaan voorraad in bij de grote Mercadona, krijgen nieuwe T-shirts en barbecueën op ons drijvende eiland.

Met de Cobb is dat goed te doen, tenminste als je de juiste Cobb-stones (briketten) bij je hebt (en dat hebben we dus niet): het duurt uren voordat de grillplaat heet genoeg is. Onze ouderwetse houtskool-barbecue wordt alsnog aangestoken om in elk geval het vlees nog gaar/gebakken te krijgen. Gelukkig heeft Jan van de Jonas als volleerd veul-en-vet-bakker zijn fritespan “opgestookt” en eten we in elk geval lekkere croquettas en volop frietjes. Smullen dus! Tussendoor krijgen we ook nog een verfrissende regenbui over ons heen dus de ironie is weer compleet. (Zowel de Cobb van de Aveline als die van de GeluXvogel zijn nu tegen een geringe vergoeding af te halen, inclusief slechte Cobb-stones). Ondanks alle “min-punten” van deze Cobb-avond hebben we toch verschrikkelijk veel plezier gehad. Ook hebben we ’s-ochtends lekker veel schoon te maken na zo’n avond knoeien en brassen.

Was eerst het plan om vrijdag 30 juni na de harde wind los te maken voor de overtocht naar Italië, nu zien we een weer-gat ontstaan op donderdagochtend, dus we verleggen ons plan voor vertrek naar donderdag 29 juni. Dan zijn we ook ruim voor de verwachte harde wind op zaterdagavond in Sardinië. Eerst woensdag nog de dieseltank vol gedaan, water afgevuld en de laatste boodschappen in Mahon gedaan. Vroeg naar bed en op vrijdag bijtijds op.

Tegen 08.00 uur maken we los en geven vervolgens eerst een cruiseschip ruim baan dat de haven binnenvaart. Er staat nauwelijks wind en als we eenmaal de kaap bij Mahon voorbij zijn draait de wind die er is ook nog op kop en neemt fors toe. Er staat een vervelende zee (als gevolg van de harde wind van de laatste dagen) en steeds hebben we hoop dat die hoge golven verder van Menorca af wel zullen gaan liggen: niet dus! Uur na uur tikken we af, we gaan vooruit, al is het niet snel, we gaan naar het oosten.

De zon gaat onder en door de pikzwarte nacht gaan we voort. Er staan extreem veel sterren aan de hemel, dus hebben we ook lekker wat te kijken. Volgens het weerbericht zou de wind in de nacht compleet moeten gaan liggen, maar dat gebeurt vervolgens helemaal niet: hij blijft fiks doorwaaien vanuit oost, blijft op de kop dus. Ook de zee wordt nauwelijks rustiger, geen pleziertochtje dus.

Het lijkt wat beter te worden als de wind iets meer naar zuid draait zodat we met de fok boven de 7 knopen kunnen varen. Dat gaat lekker, we schieten dan goed op en de boot ligt beter in de wind. Zitten aan boord houdt in dat je jezelf constant vast/tegen moet houden om niet onderuit te gaan. Lopen lukt al helemaal niet meer. Waar we andere keren ’s-nachts om beurten een paar uurtjes kunnen slapen is dat nu duidelijk niet het geval. Elke keer word je van je bed gelicht door de hoge golven, terug-gesmakt op de matras en welke houding je ook aanneemt: je doet geen oog dicht. Ook iets warms maken op het fornuis is er niet bij: de boot gaat zo te keer dat geen pan op het fornuis blijft staan, dan maar water, een boterham met koude gehaktballen en een snoepje tussendoor. Verhongeren zullen we echt niet! Zowat de hele nacht zien we in de verte een grote onweersbui hangen met voortdurend flitsen. En maar duimen dat die bui niet onze richting op komt! Pas in de ochtend neemt de zeegang wat af en kan eerst Martje en dan Frans een paar uurtjes naar bed. Doodmoe vallen we allebei om beurten als een blok in slaap; daar knappen we van op. Met de fok erbij loopt de Aveline als een trein dus we maken wel onze mijlen. Rond zonsopgang zien we wat wolken aan de horizon verschijnen die langzaam overgaan in wat regendruppels en vervolgens wordt het een stortbui van vele uren; spoelt wel mooi al het zout van de boot.

We zien al vele mijlen voor onze aankomst Sardinië liggen. Denk je dat je er bijna bent, moet je toch nog 20 mijl (oftewel 3½ uur varen).

Door- en doornat komen we in de haven van Alghero aan en in de stromende regen meren we af. Maar na 203 mijl op het log en een kleine 30 uur na vertrek uit Menorca zijn we op Sardinie, we zijn in Italië! Eerst even de boot opruimen/verzorgen, dan lekker droge kleren aan, een groot glas bier, een wijntje en een tukkie doen.

Zaterdagochtend eerst de klussen: er staat 30 liter (zoet) water in de bilge en we kunnen niet ontdekken waar dat vandaan komt. Eerst verdenken we de nieuwe boiler, de afvoeren van de keuken en de douche, totdat Martje wat druppels ontdekt onder in het aanrechtkastje: de aansluiting van het koolstoffilter voor ons drinkwater (pas nieuw gemonteerd voor deze reis) lekt als een zeef. We halen het koolstoffilter uit de leiding en gebruiken nu dus ongefilterd water, maar het lek is gedicht! Verder liep gisteren de diesel de laatste paar mijlen wat onregelmatig; wellicht is er wat lucht of een druppel water ergens in de brandstofleiding gekomen door de hobbelende zee. Nieuwe dieselfilters gemonteerd (oude waren niet eens vies) en alles ontlucht: de Volvo loopt weer als een zonnetje. Martje heeft de wasserette bezocht en we hebben alle was weer schoon. De rest van de dag hebben we heerlijk geluierd. Wel krijgen we in de middag een harde wind en in de nacht en vroege ochtend fikse regenbuien. Zaterdag 2 juli gaan we de oude stad Alghero in, een kwartier lopen vanaf de haven.

Alghero is prachtig, met heel veel oude gebouwen en metersdikke stadsmuren. Alghero (Catalaans: L’Alguer) ligt in de provincie Sassari, aan de westkust van het eiland en telt 44.000 inwoners. Een deel van de bevolking van de stad spreekt een soort Catalaans (Sp): het Algherees, ontstaan doordat de opstandige bevolking van deze stad in 1372 werd gedeporteerd door de Aragoneese koning Pedro IV en werd vervangen door kolonisten uit Catalonië.

De bevolking noemt de stad weleens “klein-Barcelona” verwijzend naar de Catalaanse hoofdstad. Blijft vreemd natuurlijk dat de Spaanse klanken in de taal na 800 jaar nog steeds aanwezig zijn. Je ziet het ook aan de straatnaambordjes: naast de Italiaanse namen staat er heel vaak de “oude” Catalaanse naam nog bij. Ook bij restaurants staan Catalaanse gerechten op het menu. Het Catalaans is hier overigens een officieel erkende taal. Verder is het in Alghero één groot geschiedenisboek van alle overheersers die hier hun (bouwkundige) sporen achterlieten. Zo waren hier achtereenvolgens de Feniciërs, Puniërs, Romeinen, Germanen (vanuit Noord-Afrika) en Arabieren aan de macht, totdat in de strijd tegen de Arabieren door de Sardenen de hulp ingeroepen werd van het machtige Pisa en Genua en het eiland Sardinië na een periode van autonomie uiteindelijk Italiaans grondgebied is geworden. Het eiland heeft tot op de dag van vandaag wel een grote autonomie weten te behouden.

We genieten van al het moois hier en natuurlijk slaan we een perfecte espresso op een terras niet over en eten we ’s-middags heerlijk kreeft met pasta in een restaurant, ruim gespoeld met een uitstekende Sardeense witte wijn. Als toetje: natuurlijk, we zijn in Italië : een tiramisu met aardbei op “sterk water”, heerlijk gewoon! Dit is Bella Italia ten top!

2 Comments to “Menorca- Sardinie”

  1. Frans en Henriette

    Hoi lieve wereldreizigers. Mooie plaats hè dat Alghera, wij zijn daar ook geweest. Sardinië vinden wij een geweldig eiland. Zijn vanuit Alghera met een auto naar de oostkust gereden. Van daaruit gaan zeilen aan de oostkust naar Corsica. Maar wat jullie allemaal ondernemen is enorm. Met mij (Henriette) gaat het niet zo best. Zit met een gipsvoet. Heb 2 breuken in mijn li voet. Spontane breuken, dus dat ziet er niet goed uit. Krijg volgende week ook nog een MRI van m’n re knie. Heel benieuwd wat daar uit gaat komen. Maar ik ga jullie niet vermoeien met mijn kwaaltjes. Geniet nog maar heel erg van deze fantastische reis. Wij blijven alles volgen. Heel veel lieve groetjes en nog een hele fijne reis. Dikke kus Frans en Henriette.

Comments are closed.