Gibraltar -Almerimar

Van Atlantic naar de Med

Maandag 1 mei. Weer eens vroeg uit de veren, losgemaakt en om 08.30 liggen we voor het afrekenen van 5 dagen ligplaats in Gibraltar bij het havenkantoor. We willen ook nog diesel innemen bij de tanksteiger in Gibraltar en die gaat om 09.00 uur open. Stipt 09.00 uur liggen we ook daar voor de deur, maar met een heleboel gepruts en gedoe maken we daar na het tanken pas tegen 11.00 uur los. Maar ja, je moet iets over hebben voor een tank belastingvrije diesel tegen € 0,60 per liter. Precies om 11.30 uur ronden we de rots en varen we daadwerkelijk van de Atlantische Oceaan de Middellandse Zee op!

We zetten zeil en dat gaat op en af: lekkere wind, geen wind, tegenwind, dat blijft maar aan de gang, tot we na de zoveelste keer fok in en uit om 14.30 uur genoeg hebben van deze exercitie en de diesel gestart wordt. We motoren rustig naar de ondiepe aanloop van Estepona.

Montage loopplank

Daar meren we voor de eerste keer “mediterraan” af, dat wil zeggen: je meert met de kont van het schip naar de wal, maakt twee achterlijnen vast, trekt een ankerlijn uit het water waarmee je de boot van de wal houdt en dan het mooiste: we laten onze DHZ-loopplank zakken voor de eerste maal! En jawel hoor, die werkt geweldig goed! Trots op het vakwerk van Jan en Frans.

 

 

We blijven een dag in Estepona en bezoeken als eerste die dinsdag het Museo de Toros, het stierenvechtersmuseum, gevestigd in de stierenvechtersarena. Vol met foto’s van gesneuvelde stieren, ingelijste oren en staarten van deze dieren en een ware heldenverering van de stierenvechters van de laatste honderd jaar.

Het oude gedeelte van de stad (toch wel twee kilometer verder) is zeker de moeite waard: mooie witte straten en overal waar je kijkt hangen bloemen aan de huizen. Per straat hebben de bloempotten hun eigen kleur: rood, geel, blauw, groen etc. Het is er al erg druk met toeristen, maar het is ook allemaal zo mooi!

Woensdag 3 mei varen we het korte stuk (15,8 mijl) naar Marbella, moeten we toch ook zelf gezien hebben nietwaar? Marbella is een mondaine badplaats in Andalusië en aan de voet van de Sierra Blanca gelegen. De stad heeft ruim 140.000 inwoners. Marbella is toch wel de belangrijkste badplaats van de Costa del Sol en het is er een groot deel van het jaar dan ook erg zonnig (met 18,7°C als jaarlijkse gemiddelde dagtemperatuur). Er zijn veel hotels en toeristenappartementen, waar vooral veel welgestelde toeristen verblijven. Marbella bezit meer dan tien golfterreinen en Puerto Banús is de meest prestigieuze jachthaven van de Middellandse Zee. In de Romeinse tijd heette de stad Salduba. Tijdens de islamitische overheersing bouwden de moslims een kasteel in deze stad en werd de stad ommuurd. De naam Marbella dateert uit deze islamitische tijd. In 1485 werd het door de Spanjaarden heroverd en in de eeuwen die hierop volgden, groeide de stad enorm.

Marina de Bajadilla

 

We varen de peperdure Puerto Banús en de Marbella Yachtclub voorbij en zoeken onze ligplaats in de “gewone” Marina la Bajadilla, alles minder prestigieus en gelegen tegen de lokale vissershaven aan. Weer met gebruik van de nieuwe loopplank natuurlijk!

 

 

Donderdag wandelen we naar de oude kern van Marbella met mooie kleine steegjes, witgeschilderde huizen en ook hier weer overal bloemen. Buiten deze oude kern staan in Marbella vooral torenhoge toeristenflats, villa’s, appartementen en het wemelt er van de winkels, groot en klein, doorregen met een veelheid aan eettenten, restaurants en erg chique gelegenheden, duidelijk bovenmodaal, net als het merendeel van de auto’s die hier rondrijden.

Vrijdag 5 mei weer op tijd losgemaakt en de zee op. Er staat geen spat wind, maar wel hebben we goed de stroom mee zodat we tegen 17.00 uur de haven van Caleta de Velez binnen varen.

Hier blijven we maar één nacht (op een onhandige ligplaats tegen een veel te hoog tarief) om zaterdag 6 mei de 65 mijl naar Almerimar te varen. Er is wat slechter weer en forse tegenwind op komst en daar voor willen we het liefst in Almerimar liggen. Om 07.45 uur losgemaakt en er staat buiten een vervelende hobbelige zee. De exercitie begint weer opnieuw: zeil hijsen, strijken, hijsen, fok in, fok uit, totdat 20 mijl voor Almerimar de wind er helemaal de geest aan geeft en we alle zeilen opbergen en de diesel het werk laten doen. Ondanks het verdwijnen van de wind blijft de vervelende hobbelige zee tot de haveningang van Almerimar duidelijk aanwezig. Onderweg zien we wel nog de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada liggen, raar gezicht terwijl wij in onze blote bast in 28 graden op zee vertoeven. De prachtige bergtoppen vormen overigens een schril contrast met de “plastic kassen” waar ze voor de tuinbouwteelt bijna elk vlakker stuk mee volgebouwd hebben: het ziet er gewoon foeilelijk uit al dat plastic!

We naderen nu de Costa de Almería, een gebied aan de zuidoostkant van Spanje in de provincie Almería in Andalusie. De Costa de Almería strekt zich uit tussen Adra, rond Cabo de Gata tot aan Mojacar. Ook aan de kustlijn bevindt zich het natuurpark van Cabo de Gata/Nijar, een nog onbedorven stuk landschap. Het landschap is woestijnachtig en heeft een lage hoeveelheid jaarlijkse neerslag. Het gebied is dunbevolkt en met over het algemeen kleine, witte dorpen en plaatsen, een ideaal terrein voor de rustzoeker. In dit gebied zijn vele zogenaamde “spaghettiwesterns” opgenomen vanwege de ideale omstandigheden van de natuur door het woestijnachtige landschap dat veel weg heeft van het Wilde Westen in de VS. In Tabernas kan men Mini-Hollywood bezoeken waar deze films zijn opgenomen en tevens zijn er cowboyshows te bekijken. Iets na 16.00 uur lopen we Almerimar aan. Binnen heeft deze haven een hoog “Eastbourne”-gehalte: er zijn allerlei havenbassins, vol met jachten en er om heen zijn appartementen gebouwd. Overal waar je kijkt zijn restaurants, bars, winkeltjes en noem maar op: hier houden we de paar dagen slecht weer prima uit (zeker met een liggeld van slechts € 10,00 per nacht).

PS: Vandaag 7 mei 2017: precies een jaar geleden, 7 mei 2016, vertrokken we uit Herkingen!

Haven Almerimar