Santiago de Compostella

Maandag, 22 augustus 2016. We willen vanuit Portosin natuurlijk ook naar Santiago de Compostella (of Compostela). Nu we daar zo dicht in de buurt zijn willen we die wereld-beroemde pelgrimsplaats met eigen ogen zien. Vanuit Portosin is het ongeveer 35 km met de bus. Eerst te voet (samen met de bemanning van de Jonas en de Geluxvogel) vanuit de haven naar de bushalte, een km verder. Je moet het maar weten die bushalte: geen aanduiding op de weg, geen bushokje, geen bord, helemaal niets, maar de bus stopt wél op de aangegeven plaats en tijd. Van Portosin om 08.30 eerst met de bus naar Noia en daar -na een kleine pauze- overstappen op de bus naar Santiago waar we arriveren in een groot busstation ongeveer een kilometer van het historische centrum. Een minuut of 25 later staan we dan uiteindelijk in het historische hart van de pelgrimages: de Praza de Obradoira.

Santiago is voor het grootste gedeelte een modernere stad met een groot nieuw universiteitscomplex aan de rand van de stad. De stad heeft ongeveer 100.000 inwoners waarvan ca. 35.000 studenten. De universiteit is al eeuwenlang gevestigd in de stad, voorheen geconcentreerd in historische gebouwen rond de kathedraal, maar sinds begin jaren 90 verkast naar een nieuwe campus aan de rand van de stad. In de historische stad kun je zowat aan elk gebouw zien aan wie het oorspronkelijk toebehoorde. In de gevels zijn tekens verwerkt die dat aanduiden: het Maltezer kruis voor de monarchie, de vijf sterren voor de universiteit, en de Jacobsschelp voor de kerk.

IMG_0683

De Jacobsschelp kom je overal tegen: in brons in tegels op de trottoirs verwerkt (als route-aanduiding voor de pelgrims; we zagen die ook al in Bilbao, Santander en Ribadeo in trottoirs op de pelgrimsroute), een echte schelp aan de rugzak van de pelgrims gebonden (als teken van hun bedevaartgang), op huizen, gebouwen, standbeelden en winkels vol met sierraden, wandelstokken, tassen, vlaggen en andere prullaria met de schelp. De schelp geeft de route aan met de gesloten kant in de richting van Santiago. Elke afbeelding heeft (anders dan bij Shell) de sluiting aan de bovenzijde. De lijnen van de schelp verbeelden de vele pelgrimsroutes die naar Santiago leiden. Dat de kerk in Santiago altijd erg rijk is geweest zien we meteen op het Praza de Obradoira: de enorme en overdadig versierde kathedraal natuurlijk als middelpunt, het Casa do Concello (gemeentehuis), het Hostel dos Reis Cátolicos (voorheen een hospitaal voor de pelgrims, nu een hotel) en het Pazo de San Xerome (het rectoraat van de universiteit). Het plein is enorm groot en het is er druk met pelgrims en toeristen. De pelgrims (ongeveer 400.000 per jaar, meest jonge mensen) ploffen na hun lange tocht bijna allemaal diep geëmotioneerd op de grond om alle indrukken op zich in te laten werken: ze hebben het bereikt!

Het maakt ook op ons diepe indruk. Overigens, om als pelgrim te worden aangemerkt moet je tenminste 100 km hebben gelopen, 200 km gefietst of 300 km te paard (!) hebben afgelegd. Pelgrims ondernamen de tocht om “een plaats in de hemel te verdienen” of “vergeving van zonden -een aflaat-te verkrijgen”.

Uitkijk over de voormalige begraafplaats voor pelgrims
Uitkijk over de voormalige begraafplaats voor pelgrims

Vroeger gebeurde dat onder barre omstandigheden, waarbij sommige pelgrims die duizenden kilometers liepen, het leven lieten. Er is een voormalige begraafplaats “exclusief” voor de overleden pelgrims in Santiago. Overigens vernemen we van de gids -die ons in twee uur rondleidt in het oude deel van Santiago- dat vroeger vrouwen niet deel mochten nemen aan de pelgrimage en dan verkleed als man alsnog de tocht maakten. Ook verhalen over de rijken die zelf niet op pelgrimstocht gingen maar een “prof” inhuurden om voor hen de tocht te maken en zo toch de aflaten te verkrijgen die ze nodig hadden om dicht bij God in de hemel te komen.

De kathedraal staat jammer genoeg in de steigers voor een opknapbeurt die rond het volgende “heilige jaar” 2021 gereed moet zijn. In de kathedraal kijken we onze ogen uit naar het centrale vergulde hoofdaltaar.

Hier hangt ook het wereldberoemde zilveren wierookvat van ca. 1 meter hoog dat bij diensten aan touwen van links naar rechts door de kerk gezwierd wordt (zie Youtube)Vroeger was het wierookvat voornamelijk in gebruik om de penetrante lucht van de pelgrims te kunnen verdrijven. Overigens, het vat wordt alleen gezwierd als er voldoende “gesponsord” wordt door de gelovigen: beneden een opbrengst van € 450,00 wordt er niet gezwierd! Om een dienst met wierrookceremonie bij te mogen wonen moet je wel een uurtje of twee vooraf een plaats in de kerk zien te bemachtigen: het is elke dienst volledig “uitverkocht” en mud- en mudvol. Zelf hebben we het niet gezien, maar we nemen aan dat het wel zo zal zijn.

Wachtenden voor de heilige deur en de tombe van St.Jacob
Wachtenden voor de heilige deur en de sarcofaag van St.Jacob

We zien de rij wachtenden (200 meter) in de snikhete zon die door de “heilige deur” bij het beeld en de sarcofaag van St. Jacob naar binnen willen: na enkele uren wachten mag men het beeld omarmen (en een wens doen). We hebben vandaag wel geluk: volgens de statistieken regent het 250 dagen per jaar in Santiago en wij lopen daar rond met 33 graden in de zon! In de straten veel terrassen, levende muziek (ook hier achtervolgt de doedelzak ons weer), verkopers van alles en nog wat en bedelaars. Doodmoe en overladen met prachtige indrukken vertrekken we om 17.00 uur weer van het busstation richting Portosin. Aan boord nog een hapje en een drankje, vervolgens vroeg naar bed.