snoepen onderweg

Zondag 13 augustus 2017. Onze “vakantie” in St. Mandrier is voorbij en al op tijd maken we los. Het is koud op het water; in plaats van alleen een korte broek hebben we zelfs een vest aan! We motoren rustig de baai van Toulon uit en als we om het schiereiland draaien komen we de machtige swell weer tegen. Na dagen van heel harde wind is dat natuurlijk te verwachten: ondanks dat er nauwelijks wind is, staat er weer een geweldige zee. Niet comfortabel en weer een zout dek. We strepen de mijlen af.

We hebben een koers uitgezet naar de haven van Point Rouge, een mijl of zes van Marseille af. Vastgemaakt op de meldsteiger en daar horen we dat er geen plek is voor de Aveline; alles “complet”. Dan maar weer losgemaakt en de haven weer uit, maar niet voordat we langs de steiger waar we vast lagen een flinke kras oplopen (de stootwillen liepen er tussen uit). Jammer weer! Door naar Marseille, Le Vieux Port, de oude haven. Geweldig zoals je hier binnenvaart, tussen de eeuwenoude vestingmuren en al de oude statige gebouwen. Een enorm grote jachthaven, naast de commerciële havens (Marseille is de tweede haven van Frankrijk).

’s-Avonds natuurlijk de stad in, een echt grote stad! Middelpunt is de grote kathedraal, de Notre Dame-de-la-Major. Het is een enorme uit natuursteen opgetrokken kerk, gelegen op een hoger punt boven de haven, zodat hij nog veel imposanter wordt. Binnen mist de kathedraal de pompeuze gouden randjes zoals we die steeds in het Spaanse en Portugese katholieke gebeuren tegenkwamen. Het is allemaal wat soberder. We slenteren nog een uurtje of wat door de kleine steegjes en straatjes, met allemaal heel hoge oude bebouwing, heel dicht op elkaar. Dan nog rond de haven gewandeld, maar de drukte daar is zo enorm dat we snel weer de “veilige” en rustige omgeving van de Aveline opzoeken.

Maandag 14 augustus. We beginnen aan echt de laatste etappe van onze geweldige reis, naar Port Napoleon in de Rhône-monding. Iets voor achten varen we de monumentale haven van Marseille uit en kiezen zee. De eilanden voor Marseille zijn de moeite waard maar verder is de kust niet indrukwekkend.

Bij de Baai van Fos hebben we weer volop te kijken. Het is er enorm druk met de beroepsvaart: immense tankers en containerschepen varen hier in- en uit en we blijven maar wat graag buiten het verkeersstelsel voor de grote vaart. In de verte zien we olieraffinaderijen met al hun vieze dampen en vette zwarte rookwolken: omdat er nauwelijks wind staat zie je vanaf zee een bruin-gele strook boven de kust hangen en het ruikt er ook duidelijk niet fris: bah!  De Rhône-delta is erg uitgestrekt, maar een klein deel is bevaarbaar; de rest is maar enkel decimeters diep. Het water verandert hier ook van diepblauw naar grijs-groen. Links en rechts vlak naast de (gebaggerde) vaargeul naar Port Napoleon zie je mensen tot hun knieën in het water staan, veelal met een hengel uitgegooid in het uitgebaggerde deel. Ook ligt er een gezonken tweemaster juist naast de geul, dat geeft weer moed! We blijven keurig de betonning volgen, toch maar wel!

Afgemeerd in Port Napoleon op een nette plek. Hier gaan we de Aveline transport-klaar maken: mast eraf, alles opbergen en even schoonmaken natuurlijk. Als we binnenvaren ligt daar de Geluxvogel van Bram en Jose nog voor de kaai.

GeluXvogel

Ze worden deze middag op de vrachtauto gehesen en vertrekken naar de Roompot. Geweldig om hen nog even te zien. Heeft ook nog een extra plus: zij rijden met hun huurauto naar het vliegveld en zo kunnen wij met hen meerijden naar het vliegveld om daar ook een auto te huren. Port Napoleon ligt in the middle of nowhere en zelfs voor een broodje moet je al 2,5 tot 3 km. rijden. Blij dat we het autootje hebben gehuurd. De auto kunnen we overigens weer inleveren als we zelf met het vliegtuig naar Nederland reizen en tot die tijd kunnen we met de auto ook mooi de omgeving bekijken.

Terug in de haven halen we meteen het grootzeil (lekker droog) van de mast en bergen het op. Overigens, tegen de avond klussen valt hier niet mee: het is tegen de avond vergeven van de muggen hier bij dat brakke water. Dit lijkt toch wel heel sterk op de muggeninvasies die het IJsselmeer af en toe teisteren. We vluchten naar binnen, plaatsen onze muggenhorren en jawel hoor… zelfs onze klamboe komt uit de kast. Toch hebben we al veel beten opgelopen en lopen we allebei te krabben.

De haven van Port Napoleon heeft alle faciliteiten rond zeiljachten en het gereedmaken voor transport. Er liggen een paar honderd jachten aan de steigers, maar op het immense terrein staan er misschien wel drie maal zoveel, van piepklein tot immens groot. Het valt op dat het terrein keurig schoon is, goed onderhouden en nergens ligt dan ook afval of wat dan ook. Dat is meteen dan weer lastig want we zoeken een plank om langs de fokroller te binden zodat die tijdens het transport niets lijdt. We hebben het hele terrein besnuffeld als we uiteindelijk in een verre uithoek onze gezochte lat bemachtigen. We maken afspraken met de transporteur en de kraanmachinist en leggen vast dat vrijdag 18 augustus de mast eraf gaat. Zelf zijn we vervolgens druk doende om alle bedrading en touwwerken rond de mast te verwijderen. Dinsdag 15 augustus namiddag rijden we naar Fos sur Mer, een oudere badplaats aan de Golfe de Fos. Vooral het oude gedeelte boven op de berg is de moeite waard met het oude kasteel en de kerk met eeuwenoude begraafplaats.

We drinken wat en rijden door het mooie natuurgebied langs de Rhone weer terug. Woensdag rijden we naar Arles, op ongeveer 45 km afstand goed te berijden. Arles is echt schitterend: mooie straten, oude gebouwen, een Romeinse arena, een amfitheater, terrassen, pleinen, groene parken, gezellige winkelstraten en alles natuurlijk doorspekt met “Vincent van Gogh” (die hier enkele jaren verbleef).

Door de (uitgebloeide) zonnebloemvelden (hoe kan het ook anders rond Vincent van Gogh) rijden we terug naar Port Napoleon. Vrijdag liggen we keurig op tijd voor mastenkraan en een halfuur later ligt de mast al op de kade.

Meteen wordt de mast transportklaar gemaakt (in bolletjesschuim en folie verpakt) en op twee schragen gelegd. De mast is er klaar voor!

Aveline in St.Mandrier sur Mer

Woensdag 2 augustus maken we los in St.Raphael. Onze volgende haven ligt maar 21 mijl verder dus we gaan niet zo vroeg onderweg; het loopt al tegen tienen. De weinige wind die er is, staat –zoals gebruikelijk de laatste weken- wel op kop. Na een uurtje kan de fok erbij en lopen we lekker richting west. De zee is op zich heel erg rustig maar wordt een grote klotsbak door de vele motorschepen met hun enorme hekgolven, zo hoog dat ze over dek spoelen en alles weer zout is van voor tot achter. Bij Cap Camarat zien we de zwartgeblakerde kust, kilometers lang, aan ons voor bij trekken. Hier woedden enkele dagen geleden fikse bosbranden en het is een luguber uitzicht dat we hier hebben. Er staat geen groen blad meer tussen. De haven van Cavalaire is gemakkelijk aan te lopen, maar ook hier –ondanks reservering voor drie dagen- mogen we maar één nacht blijven in de overvolle jachthaven. Het is supertoeristisch hier, een complete kermis staat pal naast de haven en de drankjes op het terras zijn peperduur. We zien vanaf het terras dat er vlak voor de haven een groot podium opgebouwd wordt, muziek dus vanavond. Volgens de bouwers van het podium zal het concert om 21.30 uur gaan beginnen en zo staan we iets na 21.00 uur voor het podium. We weten niet precies welke muziek er gebracht gaat worden maar gelet op de enorme drukte moet het wel iets speciaals/bekends zijn. Bij zijn opkomst vraagt Martje wie nu die zanger is aan iemand in het publiek: blijkt Umberto Tozzi te zijn, een zeer bekende Italiaanse zanger die ook in NL verschillende hits op zijn naam heeft staan. Vooral door de geweldige muzikanten die hem begeleiden wordt het een prachtige show, we genieten daarvan tot tegen twaalven toe. Donderdag zijn we vroeg los in Cavalaire waar alles drijfnat is van de mist van die nacht. Buiten is het zicht redelijk en om ongeveer 11.00 uur komt de zon door.

Het wordt vreselijk benauwend heet met de vochtige atmosfeer en zonder een zuchtje wind is het niet geweldig op het water. De prachtige rotsachtige kusten en fraaie eilanden hier maken wel weer heel veel goed. Vroeg in de middag lopen we de Golf van Toulon binnen. Hier is druk scheepvaartverkeer, overal om je heen varen ferry’s naar Sardinie en Corsica, en verder wemelt het van de veerboten die kriskras (bij wijze van busdienst) tussen de plaatsen aan de Golf de mensen overzetten. Toulon is de grootste marinehaven van Frankrijk en het is er dan ook druk met de grote grijze schepen van de zeemacht. Zelfs een vliegdekschip ligt hier afgemeerd, onwaarschijnlijk groot. In de haven van St. Mandrier sur Mer (zuidelijk aan de Golf van Toulon) worden we uiterst vriendelijk ontvangen. We willen hier een dag of acht/negen blijven liggen vanwege de komende zeer harde wind en ook omdat Daan en Francien hier een paar daagjes met de auto vanuit Nederland naar toe komen. Dit wordt helemaal vakantie hier: elke dag is er wel iets te doen (Tahiti-festival), muziek, dans, maar ook traditionele bootgevechten (waarbij men als ridders met een lans elkaar van de boot af werkt) en natuurlijk de terrassen.

Aan boord is het heet, dus trekken de terrassen met een koude pint in de schaduw wel heel erg aan. Ook de restaurants met grote pannen mosselen en frietjes lopen we niet zomaar voorbij. We vieren dus echt vakantie! Dinsdag 8 augustus arriveren Daan en Francien in de namiddag in St. Mandrier. Ze hebben vanuit Nederland al heel wat kilometers gereden deze week en verblijven hier in een hotel. Kletsen, kletsen, kletsen dus, fijn om elkaar weer te zien! Ook fijn dat de Daan-Import-Lijn-Voor-Palm weer nieuwe voorraad heeft meegebracht, ook genieten weer. ’s-Avonds gaan we met vieren uit eten en daar heeft Martje de menukaart duidelijk niet helemaal goed vertaald gekregen. Ze bestelt andouillette. Ze kreeg wel vertaald dat het om 5 soorten vlees zou gaan en schat dit in als een “mixed grill”. Frans, Daan en Francien houden het maar bij eenvoudige gerechten, een steak en mossels dus. Als de andouillette opgediend wordt (keurig met frietjes en salade) kijken we allemaal wat bedenkelijk: het gerecht verspreidt wel een heel sterke –onaangename- lucht. Ook heeft Martje na een proefhap meer dan genoeg van het gerecht; het smaakt volgens haar echt ranzig! Het lijkt wel bedorven. Toen toch maar opgezocht op het mobieltje wat het nu eigenlijk is: blijkt het om een mix van 5 varkensingewanden te gaan die eerst in het zuur (als worst) een poos bewaard worden en dan wordt de worst opengesneden en gebakken. Weten we ook weer dat dit niet ons favoriete gerecht gaat worden, bah! Trouwens, de frietjes waren wel lekker hoor!

Andouillette

 

Woensdag zijn Daan en Francien al vroeg aan boord voor het ontbijt en vervalt Daan bijna meteen na het ontbijt in zijn “oude bootgewoonte”: eerst effe vissen! In korte tijd heeft hij vanaf de steiger twee mooie dorades gevangen, schoongemaakt en later die middag gebakken en lekker opgegeten.

 

 

Vroeg in de middag nemen we het voetveer naar Toulon waar we met vieren een paar uurtjes door de stad lopen en eindigen op een terras met uitzicht op de haven.

’s-Avonds in St.Mandrier lekker uit gegeten (geen andouillette meer) en nog lekker lang buiten in de kuip geborreld. Donderdag vertrekken Daan en Francien (na het ontbijt aan boord van de Aveline) op tijd weer richting Nederland. Voor hen is de vakantie weer bijna om. Het was helemaal geweldig om ze weer te zien, maar steeds is het dubbel lastig voor ons om ze uit te zwaaien. Wij maken die namiddag nog een mooie wandeling over het schiereiland, langs de kust over smalle paadjes naar het Frans-Italiaans oorlogskerkhof dat iets buiten de stad op een helling is aangelegd.

We wachten nu nog een paar dagen de harde wind af voordat we aan onze “laatste” etappe beginnen. We hebben afgelopen week alles geregeld voor de terugtocht van de Aveline (per Convoy Exceptionel) vanuit Port Napoleon naar Herkingen. Het einde van onze reis komt nu wel echt dichtbij!

St.Mandrier sur Mer