Zonsondergang bij Cabo de Gata

Woensdag 17 mei 2017. Was ons eerste plan om maar enkele dagen te blijven in Almerimar: de aanhoudende sterke Oostenwind houdt ons langer in Almerimar dan ons lief is. We blijven 11 dagen daar liggen, overigens geen straf hoor! Het weer is er verder prima, een strandje, winkels, restaurants en een kapper in de buurt, dus we houden het hier wel uit als toerist. Buiten de bebouwing rond de havenkommen van de Marina stelt Almerimar niet zo heel veel voor, maar vervelen doen we ons niet. Een middag naar het strand, een middag als toeschouwer bij het spectaculaire kite-surfen (in de harde wind), wandelen over de eindeloze boulevard met een koud glas bier op een terras toe, het is best uit te houden.

We zien op Zygrib een “windgaatje” later in de middag, dus we besluiten om (samen met de Jonas) de mogelijkheid te gebruiken om met een nacht op zee in Cartagena te geraken. Tegen 17.00 uur maken we los en draaien de haven uit. De wind is buiten inmiddels gezakt tot 3-4 Bft, wel pal op de kop en het gaat matig comfortabel. De meeste wind is immers wel weg, maar de zee is na dagenlange harde wind zeker nog niet rustig.

Sterker nog, rond 22.00 uur zijn we bij de Cabo de Gata en er staan werkelijk forse kuilen water; het dek wordt keer op keer overspoeld, tot aan de buiskap toe, maar de kuip blijft redelijk droog. Grote rollers gaan over het dek, gelukkig heeft Martje zorgvuldig voor vertrek de luiken van ankerbak en bakskisten gesloten, alles blijft keurig droog binnen. Wel wordt een steeds grotere zoutkorst opgebouwd, alles zit onder. Ook neemt de wind hier bij de Cabo toe tot 22-23 knopen (blijft op kop) en gaan we de stikdonkere nacht in. Het blijft donker tot 02.00 uur de maan de zee prachtig gaat verlichten. We hobbelen de nacht door en om beurten doen we een tukje. In de buurt van Garrucha wordt de zee uiteindelijk wat rustiger en neemt ook de wind af. Het wordt licht (een adembenemende zonsopkomst) en we zien een prachtige groene kust voor ons.

Wel krijgen we 15 mijl voor de aanloop van Cartagena iets in de schroef, plots draait de motor veel minder toeren. Frans vliegt naar de gashandel, via vrijloop naar vol gas achteruit en de turbo brult. Dan langzaam weer in de vooruit en het leed lijkt geleden: we denken dat we “het” kwijt zijn (toch later nog maar even in de haven onder water controleren), de motor draait weer als vanouds rustig zijn toeren.

Vlak voor de aanloop van Cartagena ligt een marineschip en kanon-geknal omringt ons. Een welkomstsalvo voor de Aveline en de Jonas???? Foutje dus, ze hebben daar een schietoefening met scherpe munitie en wij denken daar nog wel even langs te kunnen. Dat wordt overigens door twee enorme -met bewapende militairen bemande- Rib’s ook wel duidelijk gemaakt; ze stuiven op de Jonas en de Aveline af om onze koers te doen veranderen en tja, als ze met scherp schieten dan werken wij wel graag mee.

We motoren iets na 12.00 uur de mooi gelegen haven van Cartagena binnen en krijgen na 115 mijl een prachtige plek tussen de “grote” jongens. Meteen de Aveline zoutvrij gespoeld, dutje gedaan, ook zelf even onder de douche en alle leed is weer geleden. Al met al een prachtige tocht. Nu maken we ons op voor de komst van Daan. Hij is om 17.00 uur geland in Alicante (vanuit Amsterdam) en is met de huurauto om ongeveer 19.00 uur in Cartagena.

Heerlijk, onze “kleine” aan boord! We hebben hem een dikke twee maanden niet gezien en dat moet ingehaald worden natuurlijk. Eerst maar een biertje, dan een uitgebreide dis en nog tot laat gekletst. ’s-Morgens na het ontbijt met Daan Cartagena ingewandeld (hebben wij zelf ook nog helemaal niets van gezien). Cartagena is een heel oude stad. Gesticht in de 3e eeuw voor Christus, door de Fenicier Hasdrubal de Schone, een legeraanvoerder uit Carthago, die de stad “Qart Chadast” (Nieuwe Stad) noemde. Een eeuw later nemen de Romeinen bezit van de stad en geven die de naam “Carthago Nova” (Nieuw Carthago). Vervolgens namen de Moren bezit van de stad en werd de naam “Qartayanna” ingevoerd, het latere Cartagena. Alles mooi aangelegd hier, niet bijzonder indrukwekkend, maar de stad leeft wel.

Duikboot Isaac Peral 1888

Eerst over de boulevard naar het Marine-museum, met als opvallende “attractie” de eerste duikboot (22 meter, bj 1888, ontwerp Isaac Peral) die onder water torpedo’s kon afvuren. In de binnenstad is het erg druk in verband met de “nacht van het museum”. Overal waar je kijkt lopen, staan en zitten mensen.

 

 

Na een drukke dag even een koud biertje aan boord van de Aveline, maar het fraaie uitzicht over de baai zoals we dat eerst hadden wordt totaal ontnomen door het motorjacht Yas, “slechts” 141 meter lang (op 6 na grootste jacht ter wereld), eigendom van Sheikh Hamdan, halfbroer van de Emir van de Verenigde Arabische Emiraten, met 60 gastenplaatsen, 56 bemanningsleden, natuurlijk een zwembad en een helikopter op het achterdek. We weten niet wat we zien en vergapen ons daar aan! Tsja, onze Contest van 43 voet lang is echt maar een notendop!

Zaterdagochtend rijden we met Daan naar Murcia, een grote stad zo’n 50 kilometer landinwaarts. Murcia heeft 440.000 inwoners en is een oude, in de 9e eeuw door de Moren gestichte stad aan de rivier de Segura met een schitterend oud centrum rond de kathedraal en het bisschoppelijk paleis. Alles doorspekt met mooie oude panden, prachtige plantsoenen, en veel, heel veel terrassen voor een hapje en een drankje. We bezoeken de kathedraal, de vele pleinen, en treffen een heus muziekfestival in het centrum van de oude wijk.

Moe gewandeld rijden we terug naar de Aveline. Zondag met Daan nog even Cartagena in gewandeld en dan vertrekt hij vroeg in de middag weer naar Alicante, om vervolgens even na vijven terug te vliegen naar Amsterdam. Het was weer heerlijk met Daan hier in Spanje; wanneer zien we hem weer?

Van Atlantic naar de Med

Maandag 1 mei. Weer eens vroeg uit de veren, losgemaakt en om 08.30 liggen we voor het afrekenen van 5 dagen ligplaats in Gibraltar bij het havenkantoor. We willen ook nog diesel innemen bij de tanksteiger in Gibraltar en die gaat om 09.00 uur open. Stipt 09.00 uur liggen we ook daar voor de deur, maar met een heleboel gepruts en gedoe maken we daar na het tanken pas tegen 11.00 uur los. Maar ja, je moet iets over hebben voor een tank belastingvrije diesel tegen € 0,60 per liter. Precies om 11.30 uur ronden we de rots en varen we daadwerkelijk van de Atlantische Oceaan de Middellandse Zee op!

We zetten zeil en dat gaat op en af: lekkere wind, geen wind, tegenwind, dat blijft maar aan de gang, tot we na de zoveelste keer fok in en uit om 14.30 uur genoeg hebben van deze exercitie en de diesel gestart wordt. We motoren rustig naar de ondiepe aanloop van Estepona.

Montage loopplank

Daar meren we voor de eerste keer “mediterraan” af, dat wil zeggen: je meert met de kont van het schip naar de wal, maakt twee achterlijnen vast, trekt een ankerlijn uit het water waarmee je de boot van de wal houdt en dan het mooiste: we laten onze DHZ-loopplank zakken voor de eerste maal! En jawel hoor, die werkt geweldig goed! Trots op het vakwerk van Jan en Frans.

 

 

We blijven een dag in Estepona en bezoeken als eerste die dinsdag het Museo de Toros, het stierenvechtersmuseum, gevestigd in de stierenvechtersarena. Vol met foto’s van gesneuvelde stieren, ingelijste oren en staarten van deze dieren en een ware heldenverering van de stierenvechters van de laatste honderd jaar.

Het oude gedeelte van de stad (toch wel twee kilometer verder) is zeker de moeite waard: mooie witte straten en overal waar je kijkt hangen bloemen aan de huizen. Per straat hebben de bloempotten hun eigen kleur: rood, geel, blauw, groen etc. Het is er al erg druk met toeristen, maar het is ook allemaal zo mooi!

Woensdag 3 mei varen we het korte stuk (15,8 mijl) naar Marbella, moeten we toch ook zelf gezien hebben nietwaar? Marbella is een mondaine badplaats in Andalusië en aan de voet van de Sierra Blanca gelegen. De stad heeft ruim 140.000 inwoners. Marbella is toch wel de belangrijkste badplaats van de Costa del Sol en het is er een groot deel van het jaar dan ook erg zonnig (met 18,7°C als jaarlijkse gemiddelde dagtemperatuur). Er zijn veel hotels en toeristenappartementen, waar vooral veel welgestelde toeristen verblijven. Marbella bezit meer dan tien golfterreinen en Puerto Banús is de meest prestigieuze jachthaven van de Middellandse Zee. In de Romeinse tijd heette de stad Salduba. Tijdens de islamitische overheersing bouwden de moslims een kasteel in deze stad en werd de stad ommuurd. De naam Marbella dateert uit deze islamitische tijd. In 1485 werd het door de Spanjaarden heroverd en in de eeuwen die hierop volgden, groeide de stad enorm.

Marina de Bajadilla

 

We varen de peperdure Puerto Banús en de Marbella Yachtclub voorbij en zoeken onze ligplaats in de “gewone” Marina la Bajadilla, alles minder prestigieus en gelegen tegen de lokale vissershaven aan. Weer met gebruik van de nieuwe loopplank natuurlijk!

 

 

Donderdag wandelen we naar de oude kern van Marbella met mooie kleine steegjes, witgeschilderde huizen en ook hier weer overal bloemen. Buiten deze oude kern staan in Marbella vooral torenhoge toeristenflats, villa’s, appartementen en het wemelt er van de winkels, groot en klein, doorregen met een veelheid aan eettenten, restaurants en erg chique gelegenheden, duidelijk bovenmodaal, net als het merendeel van de auto’s die hier rondrijden.

Vrijdag 5 mei weer op tijd losgemaakt en de zee op. Er staat geen spat wind, maar wel hebben we goed de stroom mee zodat we tegen 17.00 uur de haven van Caleta de Velez binnen varen.

Hier blijven we maar één nacht (op een onhandige ligplaats tegen een veel te hoog tarief) om zaterdag 6 mei de 65 mijl naar Almerimar te varen. Er is wat slechter weer en forse tegenwind op komst en daar voor willen we het liefst in Almerimar liggen. Om 07.45 uur losgemaakt en er staat buiten een vervelende hobbelige zee. De exercitie begint weer opnieuw: zeil hijsen, strijken, hijsen, fok in, fok uit, totdat 20 mijl voor Almerimar de wind er helemaal de geest aan geeft en we alle zeilen opbergen en de diesel het werk laten doen. Ondanks het verdwijnen van de wind blijft de vervelende hobbelige zee tot de haveningang van Almerimar duidelijk aanwezig. Onderweg zien we wel nog de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada liggen, raar gezicht terwijl wij in onze blote bast in 28 graden op zee vertoeven. De prachtige bergtoppen vormen overigens een schril contrast met de “plastic kassen” waar ze voor de tuinbouwteelt bijna elk vlakker stuk mee volgebouwd hebben: het ziet er gewoon foeilelijk uit al dat plastic!

We naderen nu de Costa de Almería, een gebied aan de zuidoostkant van Spanje in de provincie Almería in Andalusie. De Costa de Almería strekt zich uit tussen Adra, rond Cabo de Gata tot aan Mojacar. Ook aan de kustlijn bevindt zich het natuurpark van Cabo de Gata/Nijar, een nog onbedorven stuk landschap. Het landschap is woestijnachtig en heeft een lage hoeveelheid jaarlijkse neerslag. Het gebied is dunbevolkt en met over het algemeen kleine, witte dorpen en plaatsen, een ideaal terrein voor de rustzoeker. In dit gebied zijn vele zogenaamde “spaghettiwesterns” opgenomen vanwege de ideale omstandigheden van de natuur door het woestijnachtige landschap dat veel weg heeft van het Wilde Westen in de VS. In Tabernas kan men Mini-Hollywood bezoeken waar deze films zijn opgenomen en tevens zijn er cowboyshows te bekijken. Iets na 16.00 uur lopen we Almerimar aan. Binnen heeft deze haven een hoog “Eastbourne”-gehalte: er zijn allerlei havenbassins, vol met jachten en er om heen zijn appartementen gebouwd. Overal waar je kijkt zijn restaurants, bars, winkeltjes en noem maar op: hier houden we de paar dagen slecht weer prima uit (zeker met een liggeld van slechts € 10,00 per nacht).

PS: Vandaag 7 mei 2017: precies een jaar geleden, 7 mei 2016, vertrokken we uit Herkingen!

Haven Almerimar