Porto

Donderdag 15 september. Met zoon Daan vliegen we vanaf Eindhoven Airport terug naar Porto; een glad verlopen reis, in tegenstelling tot de heenreis naar Nederland op 7 september waarbij we pas ’s-nachts om 03.00 uur via Amsterdam in Eindhoven terechtkwamen. Vanaf het vliegveld met de metro direct door naar Povoa de Varzim waar de Aveline een weekje alleen heeft gelegen. Vrijdag gaan we met drieën met de metro vanuit Povoa naar Porto, 40 minuten. De grijze betonnen buitenwijken voorspellen niet veel goeds vanuit de metro, maar eenmaal buiten het centrale metrostation Trindade vallen we van de ene verbazing in de andere: wat een schitterende stad, wat een grandeur, wat een leven!

Op elke hoek van de straat of het plein staat een monumentaal gebouw; we kijken onze ogen uit. Porto is gebouwd aan de noordoever van de rivier de Douro.  Het is de op één na grootste stad van Portugal (na Lissabon). De stad heeft ongeveer 237.500 inwoners; de agglomeratie Groot Porto telt 1,8 miljoen inwoners. Porto is vooral bekend als herkomst-plaats van port(o)-wijn die in Vila Nova de Gaia (gelegen tegenover Porto op de zuidoever van de rivier de Douro) wordt gelagerd en van daaruit over de gehele wereld wordt geëxporteerd. Vroeger heette de stad Cale en later Portucale, waar de landsnaam Portugal van is afgeleid. We lopen een forse tijd in de oude wijk Ribeira, door  karakteristieke steegjes met eeuwenoude huizen, waar de was tegen de gevels te drogen hangt.

We lopen verder heuvel af naar de rivier de Douro. Hier begint het knap druk te worden met drommen toeristen en deur na deur een terras. Porto wordt door diverse bruggen verbonden met de overkant van de Douro, maar de Dom Luís is de bekendste en meest imposante.

De stalen brug uit 1886 werd ontworpen door Teófilo Seyrig, een medewerker van Gustave Eiffel. De brug is vernoemd naar de toenmalige koning van Portugal, Lodewijk I (Luís). Aan de Portokant zie je naast de brug twee pilaren staan, het enige overblijfsel van een eerdere brug, de Ponte Pênsil. Bijzonder zijn de twee wegdekken die 44 meter boven elkaar liggen. Daartussen is een stalen boogconstructie waarop het bovenste dek steunt en waaraan het onderste hangt. Het onderste dek verbindt de lager gelegen stadsdelen voor het autoverkeer, op het bovenste dek rijdt de metro. Frans houdt het bij de oversteek maar bij het onderste dek; het bovenste -met natuurlijk een prachtig uitzicht- gaat hij voor geen geld op. Aan de overzijde van de brug komen we direct in de portwijk van Porto.

Port (of porto) is een versterkte wijn, met een alcoholgehalte tussen 18 en 20 procent. Het is een typisch zoete rode, witte of rosé wijn, geserveerd als aperitief, digestief of als dessertwijn. Sinds de 17e eeuw wordt gebruik gemaakt van toevoeging van extra alcohol waarbij het gistingsproces voortijdig gestopt wordt, waardoor niet alle suikers in alcohol omgezet worden, zodat de zoete smaak van port ontstaat en het alcoholgehalte tussen 18 en 20 procent komt te liggen. Door dit proces voorkwam men in de 17e eeuw dat de wijn verzuurde tijdens transport; de houdbaarheid werd dus fiks verbeterd. De porthuizen zijn -bijna zonder uitzondering- altijd in handen geweest van Engelse en Schotse families. Groot-Brittannië is nog altijd het onbetwiste exportland no. 1 voor de port. De vaten port werden door de barco-rabelo’s (platte schepen op de rivier de Douro) naar de zeeschepen vervoerd, waarna de portvaten over de hele wereld belandden. De Barco-Rabelo’s liggen nu als museumstukken ter decoratie op de rivier.

Wij bezoeken enkele porthuizen, natuurlijk met een rondleiding en een proeverij.

Door de hoeveelheid “proeven” wordt onze stemming steeds vrolijker, afgerond met een fles witte wijn op het terras van Taylor’s met werkelijk een schitterend uitzicht over de stad, de Pont Dom Luís en de Douro.

Ook bij het eten later die avond nog een glas wijn, waardoor we vechtend tegen de slaap de metro-rit uitzitten terug naar Povoa. Zaterdag op tijd opgestaan na een onrustige nacht in de haven van Povoa als gevolg van de sterke swell. We maken de boot los om de 15 mijl naar Porto te varen, maar hebben moeite de haven uit te komen. Ruimschoots binnen de tonnen lopen we toch nog tot drie keer toe aan de grond. Het is laag-water-spring en dan wordt hier de kaartdiepte bij lange na niet gehaald; de haven is knap verzand. In de havenuitgang staat nog steeds een forse swell en de grondzeeën naast de havenuitgang zijn indrukwekkend. Motorzeilend hobbelen we naar het zuiden. Onderweg haalt Daan (als vanouds) het vistuig met de paravaan uit de kast maar vangt nog geen garnaal. Dromend over een grote tonijn of dorade houdt hij het wel uren uit op het achterdek met de vislijn in zijn hand.

Bij Porto varen we de rivier de Douro op met een stroom op de kont van 4 knopen. We bergen de zeilen op en varen slingerend tussen de betonning richting marina. De havenmeester pikt ons al snel op met een rib voorzien van 150 pk. Toch weer wat anders dan de stalen vlet in Herkingen met de 15 pk! Het is een luxe marina, met alle faciliteiten (elke ochtend om 08.00 uur een zak met verse broodjes in de kuip), een vriendelijke ontvangst en mooie gebouwen en terrassen waar het echt leeft. ’s-Middags bezoeken we nog een drietal porthuizen en wandelen we door Vila Nova de Gaia voor we neerstrijken op het haventerras voor een biertje en een kan sangria, natuurlijk met kaas en worst.

Zondagochtend zijn we al voor dag en dauw op; Daan vliegt vandaag terug naar Eindhoven en om 07.00 uur zitten we al in de taxi naar het vliegveld. Als Daan door de gate gaat beseffen we dat we hem een poos niet zullen zien en daar hebben we allebei last van. Het waren ook zulke intense, fijne dagen met hem; aan afscheid nemen gaan we nooit wennen!

img_1333

Daan stapt het vliegtuig naar Eindhoven in en wij gaan niet met de taxi maar met de metro en de bus richting haven. Als Daan om plm. 13.00 uur laat weten dat hij geland is zijn wij ook juist op de haven aangekomen!

We moesten lang wachten op de metro, vervolgens anderhalf uur wachten op de bus naar de overkant van de Douro en tot slot was er een marathon waardoor de bus niet tot bij de haven kon komen en wij een halfuurtje moesten lopen. Maar ja……wie tijd heeft……