Portosin- Combarro

In Portosin liggen we prachtig: mooie haven, uitzicht over de Ria, goede faciliteiten, winkels in de buurt, volop wandelroutes in het groen en natuurlijk de goede busverbinding naar Santiago. Maar ook: avond aan avond tot heel diep in de nacht feest, geschreeuw, muziek, kermis en de hele dag wordt er vuurwerk afgestoken. En dan niet van die kleine knalletjes, nee nee, professionele kanonslagen de hele dag door, hoog in de lucht. Het is allemaal ter ere van een Mariafeest, waarbij als hoogtepunt een beeld van Maria op zondagmiddag aan boord van een viskotter wordt gehesen, de hele boot afgeladen vol “gelovigen” en levende muziek. Vervolgens maakt zowat alles wat drijft (inclusief alle viskotters) los en vaart in een lange optocht de haven uit, richting zeegat. Elke boot is gepavoiseerd en deze hele armada vaart naar buiten, hoopt dat Maria de visvangst gunstig stemt en komt dan weer naar binnen. Het schip met het Mariabeeld blijft voor de haveningang nog even liggen en de andere schepen maken een eerbiedige ronde om dat schip alvorens men weer af meert. Alles natuurlijk onder luid geknal van vuurwerk.

De festiviteiten worden in grote tenten op de kade voortgezet, met liters drank en veel eten. Om 11.00 uur zondagavond wordt het feest afgesloten met een immens vuurwerk vanaf de punt van de havenpier. Vuurwerk lijkt hier wel volksvermaak nr. 1. Gelukkig is het na de vuurwerkshow weer rustig en komt er toch een einde aan de dagenlange festiviteiten (en hebben wij weer een fatsoenlijke nachtrust). Na de vermoeiende dag in Santiago maken we op dinsdag 23 augustus weer los. We verlaten de Ria de Muros en koersen op de volgende Ria, de Arousa (of Arosa). Er staat nauwelijks wind, maar gelukkig staat er op zee ook geen swell, lekker comfortabel dus. We motorzeilen langs Cabo Castro en vervolgens langs Cabo Corrubedo. Door het rustige weer kunnen we vlak langs de kapen en over de ondieptes tussen de rotspartijen en de kust door varen.

Wat een prachtige, ruige natuur is dit. Prachtig met dit weer natuurlijk, maar we zien ook aan alle rotspunten die net boven water uit steken in de smalle doorvaarten, dat je hier bij slecht weer absoluut weg moet blijven: hier doet de Costa de la Muerte dan zeker haar naam eer aan! Als we de Ria de Arosa binnen zijn –alweer zo’n prachtige omgeving- steken we meteen noord, richting haven van St.Uxia de Ribeira. Afgemeerd in het kleine jachthaventje, ongelukkig met de kop aan de gammele steiger en met de kont van de Aveline aan een mooringlijn. Met ons trapje op de steiger en de fenderstep aan het anker kan Martje maar net van de boot af. We liggen ook klem opgesloten tussen de andere boten aan de steiger, er kan geen duim meer tussen. De waterpomp van de Jonas maakt rare geluiden en de schipper bestelt hier een nieuwe pomp, maar voordat die geleverd wordt is het een paar dagen verder. Geen straf: belangrijkste inkomstenbron van Ribeira is de vis.

Visafslag Ribeira
Visafslag Ribeira

Viskotters varen af en aan en ook is er een grote visafslag. De schipper van de Jonas organiseert donderdag een rondleiding op de visafslag. Hij heeft vele jaren in de vis gewerkt en herkent dus elke vis die hier aangevoerd wordt, inclusief predicaten als “niet te eten” tot “de lekkerste vis die er is” en van “waardeloze doordraai-vis” tot “€ 1.000,00 per kist (van 40kg)”.

Met zijn jarenlange ervaring helpt hij ons duidelijkheid te verkrijgen in de zeer mystieke vishandel binnen de afslag; voor ons een heel aparte wereld waar we met open mond naar kijken.

Verder heeft Ribeira volop winkels (waar Martje een broek en wat truitjes scoort), wordt Frans zijn haar weer eens teruggesnoeid (voor € 9,00) en is er een goed voorziene supermarkt vlak bij de haven.

"Nu eerst een Bavaria"
“Nu eerst een Bavaria”

Ook het terras bij de haven wordt door ons goed bezocht: kopje koffie, even internetten, biertje in de schaduw: heus waar, we krijgen hier een rasechte Brabo-Bavaria geserveerd; hebben we hier niet eerder gezien maar hij gaat er prima in! Verder hebben we het er vooral druk gehad: ons internetkaartje moest worden opgewaardeerd (bij de Orangewinkel) en ook moesten er wat kaarten worden gekocht om naar NL te sturen: zowaar een hele dagtaak hadden we daaraan, pffff…. dat was werken! Zaterdag 27 augustus maken we pas om 11.00  uur los om de 8 mijl naar de overkant van de Ria de Arousa te varen. Einddoel voor vandaag is Vilanova de Arousa. Het is volkomen windstil. Onderweg spotten we nog wel een fiks aantal dolfijnen die zich gewillig laten fotograferen.

Voor de drijvende mosseleilanden (met hangcultuur mosselen)  is het oppassen: ze liggen hier in de aanloop naar Vilanova rij na rij. Je moet als het ware door een soort van “doolhof” tussen deze op drijvende volkstuintjes lijkende productievelden door zigzaggen om bij de haven te komen.

Vilanova is het centrum van de mosselhandel. Tientallen mosselkotters liggen hier, lossen hier en via de lokale mosselmijn gaat de handel verder het land in. Vooral in de ochtenden is het rond de vissershaven een drukte van belang. We maken vast in de kleine marina van Vilanova. Keurig opgevangen door de havenmeester, zijn best doend om Engels te praten en even later met een lokale fles Albariño (met etiket van de haven) ons verwelkomt.

IMG_1318

 

Eenmaal afgemeerd hebben we de fietsjes voor de dag gehaald en zijn die middag naar Cambados gefietst, een vissersplaatsje 8 km verderop.

 

 

 

Martje moet weer eens ouderwets mopperen (Frans had weer eens een “mooie landelijke weg” gevonden) want het gaat fiks helling op en helling af en dat is niet echt haar ding, zeker niet bij 28 graden in de zon.

Zondag fietsen we richting Villagarcia en komen in een piepklein dorpje waar we op het centrale pleintje met de locals een kopje koffie in de schaduw op terras drinken (€ 0,80 pp inclusief cake). Dinsdag 30 augustus verlaten we Vilanova met een lekker windje, kriskras tussen de mosseleilanden, onder vol tuig onder een heerlijke zon. We verlaten vandaag de Ria de Arousa en koersen richting zee om in de Ria de Pontevedra te komen. Helemaal geweldig worden we bij het verlaten van de Arousa “uitgezwaaid” door een hele grote school dolfijnen die tot een meter bij de boot komen “showen”.

Hier raken we dus niet op uitgekeken, het verveelt nooit en deze keer hebben we zelfs een filmpje kunnen maken naast de vele foto’s. Tussen de prachtige maar grillige eilanden voor de kust varen we naar de Pontevedra. Deze Ria varen we tot bijna het einde door (6 mijl) naar het plaatsje Combarro waar we in de dure marina vlakbij de beroemde horréos de Combarro afmeren.

Zo op het oog verschilt Combarro niet van andere plaatsen langs de kust. Maar als we over het nieuwe plein naar het oude gedeelte lopen, worden we aangenaam verrast door wat we daar aantreffen. Smalle geplaveide straatjes, kleine restaurantjes vaak met een terras aan zee en bovendien staan overal “horréos”. Horréos zijn graanschuurtjes; ze staan op veelal granieten palen die bovenaan afgedekt zijn met een ronde schijf die plat is aan de onderkant. Deze ronde schijf moet verhinderen dat muizen en ratten de oogst kunnen bereiken. Het schuurtje zelf is gemaakt van natuursteen en soms hout of een combinatie van die twee. Smalle gleuven zorgen voor de nodige ventilatie. Het heeft een schuin pannendakje en op de geveluiteinden staat meestal een kruis. Ze hebben iets fascinerends, iets magisch, zelfs iets sacraals. Het vreemde is, dat de graanschuurtjes bij een landbouwcultuur horen en dat hier sprake is van een vissersdorp. Maar volgens de locals is men op een gegeven moment overgestapt van landbouw naar visserij. De horréos zijn later ook nog wel gebruikt om gedroogde vis, stokvis, in te bewaren. Combarro is een toeristische trekpleister geworden.