Camaret sur Mer

Donderdag 9 juni 2016. We kijken vanochtend buiten en yes….het zicht is redelijk en het lijkt niet meer mistig. Ontbijten, boot klaarmaken, trossen los en richting rots die aan de monding van de rivier ligt en aan welke rots L’Aber Wrac’h haar naam ontleent: “Ar Gwrach” (Keltisch voor “De Oude Vrouw”). Voor we drie mijl verder zijn zakt de mist al weer als een deken over ons heen. Dus, Martje binnen weer oplettend achter de kaartentafel, met AIS, elektronische kaarten en radar om de lastige, met rotspunten bezaaide kust goed vrij te varen. Frans buiten turend in de dichte mist naar de bakens die we soms pas zien als ze 20 meter voor de boot liggen. Drukke communicatie tussen binnen en buiten, soms op een dwingende manier vanuit binnen (blijft een onderwijzeres natuurlijk).

Eenmaal op zee wordt het “blindvaren” wat gemakkelijker omdat er minder obstakels zijn, maar het zicht wordt pas na zo’n 15 mijl beter. We steken wat verder de zee op om met een wat ruimere boog langs het nauwe en zwaar stromend Channel de Four te varen. Een mijltje extra is niet zo’n ramp, want de zon komt door, de mist trekt helemaal weg en voor het het eerst kan de korte broek en T-shirt aan! Er staat nog steeds geen spat wind en we gaan op stuurautomaat en Volvo-pk’s onder Brest door naar Camaret sur Mer.

Het plaatsje Camaret ligt in een prachtige baai, voorzien van een kleine haven met voldoende “diepe” plekken aan drijvende steigers, maar ook ankerboeien en ankerplekken zijn er voldoende aanwezig. Op de ankerplaats staat een behoorlijk swell, dus echt rustig lig je daar niet. We meren af aan de ponton in “Port de Vauban” nabij de middeleeuwse verdedigingstoren van Camaret (wereld-erfgoed), met een schitterend uitzicht vanuit de kuip over de baai.

De volgende dagen wordt het weer erg onbestendig. Regen, harde wind en zonneschijn wisselen elkaar in ras tempo af. Weinig varen dus. We maken wel schitterende wandelingen naar de punten van het schiereiland waarop Camaret ligt. Hier loopt een deel van de wandelroute G-43 (een soort Pieterpad) dat helemaal langs de Bretonse kust gaat. De route gaat over erg smalle paadjes vlak langs de kliffen en rotspartijen. Naast de middeleeuwse verdedigingswerken staat het schiereiland ook bezaaid met Duitse bunkers uit de 2e wereldoorlog.

Ook is dit deel van Bretagne voorzien van vele menhirs (Bretons voor “lange steen”); inderdaad, Asterix en Obelix zouden zomaar hier gewoond kunnen hebben! Blijft iets mystieks houden, die grote stukken graniet, rechtop gezet boven op de kliffen. We hebben niet kunnen ontdekken waar ze duizenden jaren geleden nu precies voor dienden. Niemand wist dat ook precies te vertellen; er gaan allerhande verhalen in de rondte, van wegwijzer tot oriëntatiepunt, zeebaken en grafmonument (“zetel voor de ziel”).

We trekken er meerdere keren op uit om in dit prachtige gebied lange wandelingen te maken. Boven op de kliffen staat wel een harde wind: Martje’s net geföhnde haren zien er dan ook weer prachtig verwaaid uit. Frans durft met die harde wind niet in de buurt van de randen van de kliffen te komen, bang dat-ie ervan af waait. De restaurantjes (vis en schaaldieren natuurlijk) zijn volop present. Ook een goede bakker, slager en supermarché (doosjes wijn en Belgisch patersbier -bij gebrek aan Palm-) vinden we in Camaret, dus we houden het hier prima uit. Zondag 19 juni hebben we gefietst naar Morgat, een prachtig plaatsje hier 15km vandaan.

We hadden ons vergist in de wind maar vooral ook de heuvels: zonder uitzondering “colls van de 1e categorie”. Men had ons al aangegeven dat het hier niet echt een “fietsdistrict” zou zijn, maar ja, dat moeten we dan toch eerst zelf ondervinden. Martje liep de heuvels op omdat ze het halfweg niet meer trok in de laagste versnelling. Weten we ook weer dat we de fietsen beter opgeborgen kunnen laten in deze streken.

Verder blijft het weer om moedeloos van te worden: steeds harde wind uit een hoek die we niet kunnen gebruiken en in de namiddag zakt de wind in, maar komt gelijk een dikke mist opzetten en de houle (swell) blijft erg hoog. Afgelopen woensdag was er wellicht een moment geweest, maar omdat de vooruitzichten later deze week beter zouden worden en het weer toch nogal instabiel bleef, zijn we blijven liggen; wellicht een gemiste kans.

We liggen nu al 11 dagen in Camaret, we hebben het plaatsje en omstreken nu wel gezien en wachten op een goed moment om verder te varen.